Litsleby
Bij de T-kruising vanuit Torsbo gaat u rechts af en na 1 km weer rechts, richting Kville. Na 3 km links weg nr. 163 naar Fjällbacka. Na 2 km maakt de weg een scherpe bocht naar links, in die bocht gaat u rechts richting Tanumshede. U rijdt door een gebied met veel rotstekeningen maar pas na 14 km ziet u bij Tegneby de wegwijzer linksaf die naar Litsleby voert.
Vanaf de E6 neemt u afslag Tanumshede. Aan het eind linksaf over de E6 heen. Bij de T-kruising bij de kerk gaat u rechts en direct weer links. Langs deze weg liggen Vitlycke, Aspeberget en Litsleby (in omgekeerde volgorde, dus).
Het uitgestrekte paneel van Litsleby worden omgeven door hoge grenen. Na een regenbui stroomt het water, net als 3000 jaar geleden, over delen van de rots. Omdat de meeste afbeeldingen juist op deze plekken zijn aangebracht, moet water een grote betekenis hebben gehad voor de bewoners uit de Bronstijd. Op het paneel zijn ongeveer 120 figuren te zien, waaronder 80 boten.
Het paneel wordt gedomineerd door de zogenoemde de speergod, een 2,35 meter lange man. Daarmee is het de grootste van alle afgebeelde mensfiguren en mogelijk ook de grootste van alle op de Zweedse rotsen aangebrachte afbeeldingen.
Gedurende een periode van 1000 jaar kwamen de mensen kwamen naar deze plek terug om hun afbeeldingen op de rotsen te kerven. De oudste afbeeldingen zijn waarschijnlijk tussen 1200 en 1000 v.Chr. aangebracht.
In deze periode - de Centrale Bronstijd - veranderde de begravenisgewoonten. Werden de doden voordien tezamen met waardevolle geschenken in graven gelegd, nu werden ze gecremeerd. De grafgiften verminderen in belangrijkheid terwijl de offers aan de goden steeds waardevoller werden.
Deze veranderingen, die op het continent al hadden plaatsgevonden, kunnen een indicatie zijn van een veranderende religie. De grote figuren zijn verklaard als goden, waarschijnlijk natuurgoden, ieder met hun eigen territorium: de zon, de zee, de regen, de vruchtbaarheid, enz. Een aantal goden waren in die periode ongetwijfeld zeer belangrijk voor de Bronstijdmens en werden daarom zo extreem groot afgebeeld, vaak over andere afbeeldingen heen.
Tussen de reling en de kiel van de twee ruim 2 meter lange boten op het paneel zijn cirkels met spaken te zien. Eén van de cirkels heeft 7, één heeft er 9 en twee hebben 13 segmenten.
Domarringen (stenen cirkels), een graftype uit de Brons- en IJzertijd, werden vaak gemaakt van 7, 9, 11 of 13 stenen. Er bestaat een verband tussen boten en dood en tussen cirkels en graven. Boten waren ook symboliek voor de reis naar de andere wereld (het dodenrijk). Misschien bestaat er ook een verband tussen deze boten en deze graven in de vorm van stenen cirkels.
Links van de zogenoemde speergod is een gehoekt motief afgebeeld, dat pas verklaard kon worden toen men de bootafbeeldingen op de bronzen voorwerpen als uitgangspunt nam. Het motief bleek een dubbelgeklapte boot te zijn, zoals die ook op de bronzen scheermessen voorkomt. Wanneer we dit motief openvouwen, blijkt het inderdaad een kenmerkende rotsgravure boot te zijn, compleet met bemanningslijnen, bog, achtersteven en kielstaaf.
Op het paneel komen ook een aantal ruiters voor. Uit archeologische vondsten blijkt echter dat men het paard in Scandinavië pas in de IJzertijd als rijdier ging gebruiken. Dit gegeven doet, in combinatie met andere dateerbare details, vermoeden dat de meeste afbeeldingen van paarden met ruiters in de Vroege IJzertijd moeten zijn aangebracht.
Bij dit motief lijkt het mensfiguur als een volleerd circusartiest op het paard te staan. Het paard zelf is overdreven fallisch afgebeeld. Het mensfiguur houdt een speer en vierkant schild vast. Zowel het vierkante schild als de speer zijn attributen uit de (zeer) late Bronstijd, vroege IJzertijd.
De uit de Vroege IJzertijd (en zeer Late Bronstijd?) daterende paarden hebben over het algemeen een fier geheven hoofd, krachtige staart, opstaande oren en een opengesperde mond. De in de Bronstijd afgebeelde paarden zijn over het algemeen wat lieflijker van uiterlijk en lijken over het algemeen iets te trekken
Misschien wel het mooiste voorbeeld van paarden en ruiters is te vinden op het kleine paneel van Tegneby, dat 100 meter hoger ligt.
Net als de gravure bij Fossum is deze gravure waarschijnlijk op hetzelfde moment door één en dezelfde persoon gemaakt. We zien 8 ruiters, waarvan er 5 gewapend zijn met speren en schilden. De ruiters dragen Keltische rechthoekige schilden. Dit soort schilden dateren uit de vroege IJzertijd en hadden de ronde schilden uit de Bronstijd vervangen. Dankzij deze schilden kan dit paneel geplaatst worden in de periode rond 300 v.Chr. Dit maakt dat het één van de laatste in Tanum gemaakte rotsgravures is, ondanks dat het één van 's werelds langst bekende afbeeldingen van schildendragende ruiters is!
Het is niet bekend of het hier om een echt gevecht gaat of dat het een demonstratie is van indrukwekkende vechtende paarden.
De gedomesticeerde paarden zijn rond 2000 v.Chr. in Scandinavië geïntroduceerd en verwierven een zeer belangrijke plaats in de mythologie. In de prehistorie vonden paardeoffers plaats. Men at paardevlees als onderdeel van een cultrite terwijl het hoofd en de schachten in de moerassen en de meren aan de goden werden geofferd. Toen het christendom werd geïntroduceerd, kwam er een taboe op het eten van paardevlees omdat dit in de ogen van de priesters een heidens ritueel was.
Laten we nog even terug gaan naar het grote paneel van Litsleby. Daar ziet u aan de andere kant van de vlonder nog een mooie rots liggen. De afbeeldingen hier zijn, hoewel niet ingeschilderd, nog altijd redelijk goed te zien. Dit komt omdat de motieven een aantal jaar geleden zijn gedocumenteerd, waarbij ze werden ingeschilderd met een papje van krijt en water. De kalk neutraliseert het zuur in het regenwater, waardoor de (micro)vegetatie geen kans krijgt.
Met uitzondering van de 'rood' ingekleurde afbeeldingen, zijn alle foto's gemaakt tijdens de documentatieweek georganiseerd door Tanums Hällristningsmuseum Underslös / Scandinavian Society for Prehistoric Art. De copyright berust bij deze organisatie.
Onze dank gaat dan ook uit naar Tanums Hällristningsmuseum Underslös voor het mogen gebruiken van de foto's.