Volg vanaf Litsleby de weg richting Tanumshede. Na een paar honderd meter ligt de parkeerplaats van Aspeberget rechts van de weg. Vanaf de parkeerplaats loopt een pad naar de vele panelen van Aspeberget.
Tanum's grootste concentratie rotsgravures vinden we bij Aspeberget. We zouden het de 'heilige rots' kunnen noemen, net zoals de dorpsweg van Backa de heilige weg wordt genoemd. Een mooie, niet al te lange, wandeling voert langs een aantal van de panelen met prachtige motieven.
Neem vooral de tijd voor Aspeberget!
- Aspeberget T 12
- Aspeberget T 120
- Aspeberget T 18
- Aspeberget T 19
- Aspeberget T 25
- Aspeberget T 26
- Aspeberget - een testgebied
Aspeberget T 12
Het eerste paneel (Aspeberget T 12) is waarschijnlijk het bekendste paneel van Aspeberget. Hier zijn onder meer een aantal krachtige stieren afgebeeld, die ruim 1 centimeter diep zijn gekerfd.
Vee was belangrijk voor de Bronstijdbewoners. De dieren graasden overal waar het niet gecultiveerd was en zij leverden leer, wol, melk, mest, enz. Mythologisch gezien was de stier ook belangrijk, en niet alleen in Zweden. Veel afbeeldingen van stieren en stiersymbolen worden verspreid over Europa gevonden en op Kreta was de stier een heilig dier. De krachtige stieren symboliseerden vruchtbaarheid, moed en kracht.
Boven de stier is een slangfiguur afgebeeld. Ook de slang is een ritueel dier. Volgens Dr. Flemming Kaul vervult de slang ook een rol in de reis die de zon ieder etmaal onderneemt. Over de slang van Aspeberget schrijft hij: het is een bijna 1 meter lange slang met een geheven kop en een rechte staart. Het beweegt naar links (kijkt naar links), zoals bijna alle figuren op dit paneel ... ...
Er zijn ook twee herten afgebeeld, beide met een prachtig gewei en beide fallisch. Waarschijnlijk symboliseerde ook het hert de natuurlijke levenscyclus: geboorte - leven - dood - wedergeboorte. Deze cyclus wordt gesymboliseerd door het gewei dat in de herfst wordt afgeworpen om vervolgens in het voorjaar nog groter en indrukwekkender terug te komen.
Onder de stieren is een afbeelding te zien van een man met een ploeg. Bij deze afbeelding zijn zowel de ploeger als de trekdieren fallisch weergegeven. Bovendien draagt de ploeger een masker, waarschijnlijk een vogelmasker. Het is dan ook zeer onwaarschijnlijk dat hier het dagelijkse leven wordt weergegeven. Zowel de ploeg als de ploeger hebben een duidelijk relatie gehad met vruchtbaarheid en wedergeboorte. Ploegscènes worden wel verklaard als het bevruchten van de aarde
Aspeberget bezit ook het mooiste zonsymbool van Bohuslän, omgeven en gedragen door twee vrouwen met lang haar. Toen Baltzer dit motief eind 19e eeuw documenteerde, vond hij alleen de bovenste vrouw. Dankzij de frottagetechniek die door Tanums Hällristningsmuseum Underslös wordt gebruikt, is de tweede vrouw ontdekt.
De vingervormige uitsteeksels van de zonneschijven worden op diverse manieren uitgelegd. Ze worden o.m. gezien als een symbool voor vogels, adoranten, dansers of zonnestralen, hoewel het laatste niet waarschijnlijk lijkt.
Het is geen zeldzaamheid dat mensen een symbool voor de zon dragen. De diverse vondsten - de bekendste zonder meer de Trundholmwagen - geven aan dat de zon een belangrijke rol heeft gespeeld in veel rituelen en ceremonieën.
Onderop het paneel staan vier mensfiguren met bijlen en een lichaam in de vorm van een schijf. Welke betekenis er achter deze zogenaamde schijfmannen zit, is niet bekend, hoewel er natuurlijk wel de nodige theorieën zijn. Over het algemeen worden deze mensen gezien als zonnepriesters.
Ook de compositie van deze afbeelding kan een betekenis hebben. Ze staan twee aan twee tegenover elkaar, terwijl de vijfde, armloze, schijfman van een kleine afstand toekijkt. Hoewel de mannen met geheven bijlen zijn afgebeeld, is hier waarschijnlijk sprake van een rituele strijd.
Over het algemeen worden de mensfiguren met een schijflichaam gezien als weergaven van zonnepriesters en kan het schijflichaam een schild zijn. Een theorie die wordt ondersteund door archeologische vondsten, zoals de Fröslunda schilden uit Kålland in Västergötland.
In 1985 had een boer uit Fröslunda in Västergötland iets omgeploegd, dat leek op een schild. Al gauw bleek deze vondst te bestaan uit niet minder dan 16 schilden. Deze vondst overtrof de tot dan toe unieke vondst uit 1865, toen in een veengebied bij Nackhälle in Halland, een bronzen schild werd gevonden.
Zowel het schild van Nackhälle als de schilden van Fröslunda dateren uit de late Bronstijd ca. 600-700 v.C., die naar een Duitse vondst ook wel Herzspungschilden worden genoemd. De bronzen schilden waren flinterdun, vaak niet meer dan 0,3 - 0,5 mm. Aan de achterzijde was in het midden een greep geplaatst, dat slechts ruimte bood aan twee of drie vingers van een volwassen man. De dikte van de schilden maakte duidelijk dat hun beschermende kracht zuiver symbolisch was en het hier niet ging om wapens in de eigenlijke betekenis van het woord. Waarschijnlijk moeten deze dunne, prachtig versierde bronzen schijven eerder worden verklaard als ceremoniële cultus voorwerpen.
Aspeberget T 120
Van het eerste paneel is het maar een klein stukje naar het volgende paneel, dat ook op het noorden is gericht. De afbeeldingen zijn hier op een zeer steil rotsoppervlak aangebracht. Het kleine paneel bevat een paar bijzondere afbeeldingen, zoals een ploeg en een acrobaat.
Het meest opmerkelijke figuur is de zogenoemde kalenderman. Het is een mensfiguur met 1 geheven arm en een hand met 4 vingers. Boven de vingers staan 29 schaalkuiltjes, die zijn gerangschikt in 4 groepen van 7 plus 1. De schaalkuiltjes zijn zo geplaatst dat ze moeilijk te tellen zijn. Het dertigste schaalkuiltje is bij zijn rechtervoet geplaatst. Sommige onderzoekers zijn van mening dat de schaalkuiltjes het aantal dagen van de 'maancyclus' symboliseren. Vandaar zijn bijnaam!
Op het paneel zien we ook een aantal mensfiguren met zwaarden, bijlen en speren, een ongewone combinatie. Bij nadere bestudering van het motief bleek dan ook dat de speren hier later toegevoegd, iets wat vaker voorkomt. In de loop van de Bronstijd verliest de bijl aan belangrijkheid. Die plaats wordt ingenomen door de speer.
Bij afbeeldingen uit de Bronstijd wordt de speer meestal boven het hoofd gedragen, terwijl deze bij de afbeeldingen uit de vroege IJzertijd meer en meer naast de persoon wordt geplaatst.
Aspeberget T 18
Het volgende paneel op de route is helaas zo verweerd dat het alleen nog zichtbaar in boeken en via het informatiebord bij de rots. Na een nauwkeurige documentatie werd dit paneel in 1993 afgedekt met een 1 meter dikke laag grond. In 2004 heeft men het paneel weer afgegraven omdat bleek dat het afdekken van het paneel met een dikke laag aarde niet optimaal was. In plaats daarvan is het paneel nu afgedekt met isolatiemateriaal.
De keuze viel op dit paneel van Aspeberget omdat het verweringsproces van dit mooie en motiefrijke paneel ongekend snel gaat. Wanneer het paneel aan weer en wind blootgesteld zou blijven, zouden de motieven binnen zeer korte tijd volledig verloren gegaan zijn.
Onderweg naar Aspeberget T 18 ziet u aan uw rechterkant een klein paneel dat is toegedekt met isolatiemateriaal en plastic. Op het plastic dekkleed is het motief van de rots aangebracht. Het gaat hier om een experiment om de rotsgravure moet beschermen, maar hem toch niet geheel aan het zicht te onttrekken.
Aspeberget T 19
Slechts een paar meter verder ligt een klein, maar goed bewaard paneel. In tegenstelling tot het vorige paneel, is het rotsoppervlak hier nog bijna hetzelfde als 3.000 jaar geleden, toen de afbeeldingen zijn aangebracht. Op dit paneel zien we onder meer een paar vogels.
Vogels speelde een belangrijke rol in de prehistorische religies en mythen. Zij waren de boodschappers en scouts van de goden en werden als vervoersmiddel ingezet. In de noordse mythologie had Odin twee raven die hem alles influisterden wat ze op aarde hadden gehoord. De Griekse god Apollo stak op zwanen de Middellandse Zee over. Hier zijn de twee vogels tegenover elkaar geplaatst.
Op het paneel is verder een paardje, een cirkelkruis, twee voeten en een boot afgebeeld. Het uiterlijk van het paard doet vermoeden dat deze uit de Late Bronstijd / Vroege IJzertijd dateert. Zie ook Aspeberget T 26.
Aspeberget T 25
Het pad vervolgend komen we bij een groot paneel waarvan de afbeeldingen weer met rode verf zijn ingeschilderd. Dit paneel bevat 88 boten, een aantal stieren en een motief dat het elftal wordt genoemd. Het bestaat uit een rij (ook wel processie genoemd) van elf mensfiguren. Eén van de elf lijkt een paardestaart te hebben en wordt wel als vrouwsfiguur geduid. Dit is echter twijfelachtig omdat het haar en de uitstulpsel bij de linker schouder minder diep zijn dan de rest van de afbeelding. De horizontale lijn achter het meest rechtste mensfiguur is een eenvoudige boot die minder diep is dan de man. Over het algemeen gaat men ervan uit dat de diepste motieven het oudst zijn.
Het paneel bevat ook een mooie afbeelding van een boot met een zonsymbool. De uitsteeksel bij de zon zijn waarschijnlijk adoranten of vogels, maar vermoedelijk geen afbeelding van de zonnestralen zelf. Is het toeval dat de zon zo dicht bij een boot is geplaatst, of is de boot hier het transportmiddel van de zon?
De wereldbeschouwing van de prehistorische mens werd voor een belangrijk deel bepaald door de kosmische driedeling van de wereld. Allereerst was er het 'middenrijk', de vlakke ronde aardschijf waar alle levende schepsels woonden. Daarboven strekte zich het raadselachtige 'hemelrijk' uit, een ogenschijnlijk koepelvormige oceaan, waar de zon in een schip overheen voer, tot ze 's avonds in het grote gat verdween. Daar was het 'hiernamaals', de 'andere wereld', de 'overkant' van het grote water, verblijfplaats van alle dode zielen, zowel mens als dier, die op hun wedergeboorte wachtten.
Dit mensfiguur is afgebeeld met één geheven arm met speer, een vogelmasker, zwaardschede en een cirkel aan het einde van zijn andere arm. Houdt hij een rond schild vast?
In de loop van de Bronstijd verliest de bijl aan belangrijkheid. De plaatst wordt overgenomen door de speer. Bij Bronstijdafbeeldingen wordt de speer meestal boven het hoofd gehouden, terwijl in de vroege IJzertijd de speer ook wel naast de persoon wordt geplaatst. Dergelijke tijdsbepalingen zijn mogelijk door de stijl van de motieven op de rotsen te vergelijken met dateerbare vondsten uit de Bronstijd.
Aspeberget T 26
Het laatste paneel dat we hier beschrijven is klein en niet ingeschilderd, maar het belangrijkste motief is goed te zien. Het rotsoppervlak is hier namelijk nog vrijwel volledig intact. Opmerkelijk, want het paneel ligt hemelsbreed maar een paar meter af van het paneel dat permanent toegedekt moet worden om het te beschermen. Op het paneel zien we een prachtig paard en een drietal boten. De stijl van het paard en de boten plaatst deze gravure in de Vroege IJzertijd.
Aspeberget - een testgebied
Toen men eind jaren 80 begon met uitgebreid onderzoek naar de oorzaak en gevolgen van de toenemende verwering, werden de eerste proefnemingen gedaan op de panelen van Aspeberget. Deze plek werd gekozen, omdat de verwering hier ongekend snel ging.
Zo werd op het paneel met de grote stieren het regen- en grondwater opgevangen en gemeten. Het water bleek in een aantal gevallen een Ph-waarde te hebben van slechts 2,0. Ter illustratie, neutraal water heeft een Ph waarde van 7,0. De alarmerende slechte toestand van veel rotsgravures is een direct gevolg van deze lage Ph-waarde (zure regen) in combinatie met andere factoren, zoals de verandering van het landschap. Waar eerst weidevelden met loofbosvegetatie lagen, liggen nu dichte naaldbossen, die de zuurgraad van de grond negatief beïnvloeden.
In een poging het grote paneel van Aspeberget te beschermen, besloot men eind jaren 80 een afdak te plaatsen. Dit afdak bestond uit een eenvoudig van plastic gebouwd huisje. Bovendien werd bovenin het paneel een betonnen rand geplaatst, zodat het water niet meer over de rots kon stromen. Toch bleek dit niet de oplossing te zijn. Door het primitieve gebouw ontstonden er zulke enorme temperatuurverschillen, dat de rots begon te barsten. Het huisje werd dan ook snel weer afgebroken.
Paneel T 18 van Aspeberget is, zoals hierboven al gemeld, in 1993 bedekt met een één meter dikke laag aarde. Uit onderzoek blijkt namelijk dat nieuw ontdekte panelen die met een dikke laag aarde bedekt waren, in een betere staat verkeren dan panelen die in de openlucht liggen. Helaas bleek ook deze methode niet optimaal. Het verzuurde vocht, dat bij het bedekken van het paneel al in het rotsoppervlak was doorgedrongen, kon zijn vernietigende werking voortzetten. In 2004 werd dan ook besloten het paneel weer af te graven en het met de nieuwere methode opnieuw toe te dekken.
Hierbij maakt men gebruik gemaakt van een circa 10 cm. dikke isolatiemat afgedekt met lichtdicht plastic. Deze methode blijkt een positieve uitwerking te hebben, in ieder geval op de kortere termijn. De temperatuur onder het doek is het gehele jaar door redelijk constant. Bovendien zorgt het plastic ervoor dat er geen licht wordt doorgelaten waardoor de microvegetatie, zoals mossen en algen, geen kans krijgen zich op het oppervlak te hechten.
Het paneel van Aspeberget met de mooie stieren (T 12) is drie jaar lang volledig afgedekt geweest. Toen men na drie jaar de rots weer openlegde, bleek alle vegetatie te zijn verdwenen. De rots had zijn oorspronkelijke kleur weer teruggekregen. Lasermetingen, die hier over langere periode zijn uitgevoerd, toonden bovendien aan dat het verweringsproces aanzienlijk was verminderd. Inmiddels is het paneel in de zomermaanden weer te bewonderen en wordt het alleen nog in de wintermaanden toegedekt.
Dat gelukkig nog niet alle gravures van Bohuslän in zeer slechte staat verkeren, al tonen de meeste wel sporen van "natuurlijke verwering", komt onder meer door de geologische structuur van het graniet, dat per rots kan verschillen, zoals ook op Aspeberget goed te zien is.
De meeste onderzoeken en experimenten zijn uitgevoerd binnen verschillende projecten, die zijn ondersteund door de Europese Unie en Unesco. Ook voor de rotsgravures geldt dat geld een groot probleem is. De provincie Bohuslän alleen bezit ruim 4000 panelen, en nog altijd worden er nieuwe panelen gevonden. Het zal duidelijk zijn dat er nog heel veel nodig is om tot een financieel, acceptabele methode te komen om de rotstekeningen te beschermen. Een aantal panelen verkeert echter al in zo'n slechte staat, dat hulp voor hen waarschijnlijk te laat komt.
Meer informatie is te vinden onder verwering.
De rotsen van Aspeberget - een kleine 20 stuks! - zijn terug te vinden in deel 1 van de documentatieserie van Tanums Hällristningsmuseum Underslös. In dit boek zijn alle rotsen beschreven natuurlijk compleet met foto's en grafische bewerkingen van de panelen. Kijk voor meer informatie onder publicaties.
Met uitzondering van de 'rood' ingekleurde afbeeldingen, zijn alle foto's gemaakt tijdens de documentatieweek georganiseerd door Tanums Hällristningsmuseum Underslös / Scandinavian Society for Prehistoric Art. De copyright berust bij deze organisatie. Onze dank gaat dan ook uit naar Tanums Hällristningsmuseum Underslös voor het mogen gebruiken van de foto's.